Voor hen, die iets weten van de verborgen zijde van het leven, is het Kerstgebeuren een wondervolle werkelijkheid, een veel grotere werkelijkheid dan de meesten van ons denken, want het betreft de gehele natuur en niet alleen de mensheid.

Voor ons is Kerstmis de geboorte van onze Heer, de herdenking van Zijn komst op aarde en wij proberen het te maken tot een tijd van vrede en goede wil voor alle mensen, van eenheid en broederlijke liefde. Maar hebben we ons wel eens afgevraagd hoe het komt, dat juist in de Kersttijd de mensen zich zo goed gezind voelen jegens elkaar, en slechts denken aan geven; niet aan nemen?

Want de “Kerstmisgeest” is spreekwoordelijk, zo wijd verspreid, zo waarachtig en zo werkelijk, dat we dieper moeten zoeken naar een verklaring ervan, dan louter de herinnering aan de geboorte van de Christus. Die, naar het schijnt, in onze tijd door zo weinigen aanbeden wordt.

Degenen, in wie de intuïtie is ontwaakt, weten, dat er een verborgen zijde van het Christendom is, door de gewone mens ternauwernood opgemerkt, hoewel hij wel op de invloed ervan reageert.

Wij moeten bedenken, dat de gehele aarde omringd is door scharen onstoffelijke wezens: Engelen, Aartsengelen, Hemelse Machten, die merendeels op een hogere trap van evolutie staan dan wij en die de verantwoordelijkheid dragen voor de leiding van en het toezicht houden op de werkingen van de natuur.

Het zijn de gedachten, gevoelens en werkzaamheden van deze Wezens, die zo’n belangrijke rol spelen in het scheppen van die bijzondere sfeer van goede wil, zo merkbaar in de Kersttijd.

In deze tijd van het jaar wordt de aarde doortrokken van de wondervolle krachten, door de Engelen uitgestort en door de machtige zegen van de Heer, Die nederdaalt in antwoord op hun aanbidding. Gedurende de gehele Advent en al weken daarvóór worden in de innerlijke werelden voorbereidingen getroffen voor de viering van het grote feest. De invloed hiervan wordt steeds krachtiger, totdat in de Kerstnacht het hoogtepunt bereikt is: de wereld opent haar hart voor de Heer, zoals een bloem zich opent voor de zon en een machtige stroom van liefde en kracht wordt uitgestort door Hem, Die mens wordt op aarde.

Wij, mensen, bezien de wereld vanuit het standpunt van de vorm, we denken eerst aan de vorm en daarna aan het leven, dat de vorm bezielt; dit gezichtspunt is typisch menselijk.

De Engelen echter zien eerst het leven of het bewustzijn en daarna pas de vorm, waarin het leven gekleed is; dit is het ·gezichtspunt van de Engelen.

Zo zien wij Kerstmis als de herdenking van de Geboorte. Zelfs in de kerkdiensten heeft de vormzijde de overhand. Maar de Engelen zien Kerstmis vanaf de levenszijde als een keerpunt van de krachten van de natuur op elk gebied; als een tijd, waarin een machtige uitstorting plaats heeft van scheppende kracht en geestelijke energie op elk gebied.

Mensen en engelen werken samen in de tijd vóór Kerstmis. Maar wij moeten dan de ware Kerstmisgeest in ons hart levend maken; alle zelfzuchtige en zelfmiddelpuntige gedachten terzijde stellen en ons met hart en ziel wijden aan de dienst van anderen. Deze voorbereidende periode, Advent, is bedoeld om evt. ‘ballast’ (onwetendheid) en onafgewerkt verleden van ons af te werpen, opdat wij met Kerstmis als een kind mét het Christuskind herboren mogen worden. Wij kunnen deze periode zien als een periode van reiniging en schoonmaking.

De grondtoon van deze tijd is aanbidding en liefde: aanbidding van de Heer en liefde voor onze medemensen. Zo kunnen wij, als we ons hart openstellen voor de krachten die over de wereld worden uitgestort, de geest van eenheid en liefde gevoelen, die het kenmerk is van de Kersttijd. Want Christus woont in het hart van ieder mens en door onze medemensen te dienen, dienen wij Hem.

Terug naar Komende intenties en feestdagen