Laat hij die zoekt, niet ophouden met zoeken

Deze tekst is uit het Evangelie van Thomas, één van de geschriften van de Nag Hammadi bibliotheek.

Het is een van de oudste geschriften uit de kruik van Nag Hammadi en het meest beroemde omdat het 114 deels onbekende uitspraken van Jezus overlevert. De datering van dit geschrift is onduidelijk maar steunt vermoedelijk op oudere overleveringen en teruggaat naar een oudere bron Q (van het Duitse Quelle).

Maar wat de gekozen tekst ons duidelijk wil maken is de diepere laag die hier in zit. Wie zoekt, zal vinden. Vooralsnog is het niet duidelijk wat er gezocht moet worden, wel dat dit zoeken zich afspeelt in het innerlijk van de mens. Pas later zal hij ontdekken, wat hij werkelijk heeft gevonden en dat het zich al aandiende nog vóór hij begon. Maar dan is hij al door de grote verwarring heengegaan. Voor hij tot dat inzicht komt, zal hij de moed moeten opbrengen de ingeslagen weg verder te gaan. En op die weg komt een moment waarop de verwarring plaats maakt voor verwondering.

Daarop volgt een diepe rust….de rust die uitstraalt van de ‘koninklijke’ mens, de rust van innerlijke vrede. De mens voelt zich dan gedragen door het bestaan, de kosmos, het heel-Al.

Zoeken, vinden, verwarring, verwondering en regeren over het Al zijn de 5 stadia op de mystieke weg. Zij zijn van alle culturen en vinden bijna letterlijk de beschrijving terug in de Tao te King (tekst 16):

De dingen komen tevoorschijn in grote getale.
Elk keert terug naar zijn wortel. Dit heet rust.
Rust betekent terugkeren naar je bestemming.
Terugkeren naar je bestemming is eeuwig zijn.
Het eeuwige kennen is wijs zijn. Het eeuwige kennen is alomvattend zijn.
Alomvattend zijn is onbevooroordeeld zijn.
Onbevooroordeeld zijn is koninklijk zijn.
Koninklijk zijn is als de Hemel zijn. Als de Hemel zijn is één met de Tao zijn.
Als je één met de Tao bent, zul je tot het einde van je dagen geen kwaad ondervinden.