Auteur: Guido Hoogewoud; 2005

Architect: H.A. van Anrooy

Bouwjaar: 1928

Stedenbouwkundige context De St. Gabrielkerk bevindt zich in het stadsdeel Zuid, en behoort tot het door middenstandswoningen gedomineerde gebied dat ontstond in het kader van het zogenoemde ‘Plan Zuid’. Dit uitbreidingsplan uit 1915-1917, naar ontwerp van architect H.P. Berlage, vormt het begin twintigste-eeuwse antwoord op de vraag hoe men functioneel en esthetisch een stadsuitbreiding moest ontwerpen en is in de ware zin van het woord ‘stadsbouwkunst’. Karakteristiek is de samenhang tussen de hiërarchische en in hoofdzaak bloksgewijze stedenbouwkundige opzet – van hoofdassen tot intieme pleintjes – , de architectuur van de straatwanden en de aandacht voor het sculpturale detail. Hogere bebouwing op de hoeken versterkt de hoofdassen en markeert de toegang tot een doordachte compositie van grote woonblokken als ~einheitliches Blockfront~. Het plan hield rekening met de door woningwet en bouwverordening vastgestelde eisen met alle aandacht voor perspectief, coulissewerking en streng architectonisch en stedenbouwkundig opgevatte groenvoorzieningen. De structuur steunde op drie elementen: het bestaande Vondelpark/Museumkwartier, een verbinding met 0051 (de latere 8erlagebrug) en een Zuiderstation aan het verlengde van de Minervalaan. De stedenbouwkundige structuur van helt Plan Zuid word! dan ook gekenmerkt door lange lanen die in oost-westrichting de belangrijkste verkeerroutes vormen. Het plan is voorts aangetakt op de oude stad door de bestaande radialen uit het centrum door te trekken, waarbij monumentale effecten zijn verkregen zoals In de relatie lussen het Emmaplein, het Valeriuspleln en het als een toegangspoort naar de nieuwe stad fungerende Amsterdams Lyceum. De hoofd verkeersstraten worden in hoofdzaak geflankeerd door hoge monumentale gevelwanden. Ze omsluiten kleinschalige woonbuurten met lagere bebouwing die mede dankzij korte en gekromde straten een besloten karakter hebben. Aan beide aspecten, monumentaliteit en intimiteit, wordt verder bijgedragen door de architectuur, die binnen de voorwaarden van het stedenbouwkundig plan Is ontworpen door vooraanstaande architecten die gezamenlijk bekend staan als ‘de Amsterdamse School’. De Vrij-Katholieke kerk is een vrijwel vrijstaand gebouw op de hoek van de Deurloostraat en de Dongestraat. Het ligt lussen diverse bebouwing van de hand van de Dienst der Publieke Werken (PW) en woonhuisbebouwing van A. J. Westerman uit 1928. Hel gebouw bestaat! uit een hoofdvolume met een eenlaagse uitbouw op de zuidoostelijke hoek, aan de Dongestraat. Deze uitbouw sluit aan op de woningen aan Dongestraat 4-6. Aan de achterzijde grenst het terrein van de kerk aan het terrein van het uit drie vleugets bestaande scholencomplex lussen de Geul-, Dintel- en Dongestraat, ontworpen door de Dienst PW in 1921.

Bouwtype en korte bouwgeschiedenis.

Het kerkgebouw werd in 1928 gebouwd in opdracht van de Vereniging tot het in stand houden van de Vrije Kath. Gemeente te Amsterdam. De stichting vond plaats in een deels bebouwd stadsgedeelte en was het eerste gebouw van deze kerkelijke gemeente. Het gebouw is een zaalkerk op een rechthoekige plattegrond. Hel is opgetrokken in gele baksteen en voorzien van een met leien gedekt zadeldak dat aan de oostzijde een breed overstek heeft waaronder een luidklok schuilgaat. Hel dak was oorspronkelijk in mozaïek uitgevoerd. De hoofdingang bevindt zich In de westgevel.

In een eenlaagse uitbouw met plat dak tegen de oostgevel bevindt zich een tweede ingang. De Inwendige ruimte wordt verlicht door vensters aan de straatzijde en de tuinkant. Tussen de kerk en de panden aan de Deurloostraat bevindt zich een scheidingsmuur. Deze sluit het terrein van de kerk af van de straat!. Het geheel bevindt zich verder in oorspronkelijke slaat.

Architectonische vormgeving.

Exterieur Het gebouw is opgetrokken in gele baksteen. De gevel aan de Deurloostraat wordt gedomineerd door een raampartij met een in beton gevatte geometrische compositie met kruismotief op een plint van baksteenvlechtwerk in gele en groene baksteen. Het kruismotief loopt door in de dakkapel, die de daklijn doorbreekt en een plat dak heeft. De ramen hebben stalen kozijnen en hebben een compositie van horizontalen en verticalen. De dakgoot! heeft een breed overstek en draagt bij aan de grafische totaalwerking van de gevel. Op de nok van het dak staat een stalen sierkam met een motief van vervlochten cirkels. De achteringang tol de kerk bevindt zich aan de Dongestraat, in een eenlaagse uitbouw met vestibule. De uitbouw heeft een venster met drie gekoppelde ramen met horizontaalroeden. Aan deze straat bevindt zich rechts in de kopgevel van het kerkgebouw een vierkant venster met een raam met stalen kozijn en een compositie van horizontalen en verticalen. In de topgevel is een vijfhoekig venster geplaatst met daarin een raam met pentagrammotief. De westgevel van de kerk is gesloten met uitzondering van een vierkant venster dat eveneens een stalen kozijn met horizontaal en verticaal geplaatste glasstroken heeft. De achtergevel heeft drie vensters met stalen kozijnen en een compositie van horizontalen en verticalen.

Interieur

Het Interieur is van de ontwerper A Kurvers. De inwendige ruimte heeft witgepleisterde wanden en wordt overdekt door een open kap op schenkelspanten die vanaf de grond opgaan en voor de muren zijn geplaatst. De vensters zijn gevuld met matglas van stroken gekleurd glas in een geometrisch patroon. De voornaamste kleuren zijn blauw, rood, oranje en geel. Tegenover de ingang bevindt zich een spitsboognis met de aandachtswand waar het altaar is geplaatst. Het vijfhoekig venster In deze wand is ontworpen en vervaardigd door de Haarlemse glazenier W. Bogtman. Aan weerszijden van deze nis staan twee zijaltaren, gewijd aan de aartsengel Gabriel en Maria en uitgevoerd met gebrandschilderde glasmozaïeken. De mozaïeken zijn van de hand van Pam Rueter. Boven het hoofdaltaar is een vijfhoekig venster, gevuld met gebrandschilderd glas, waarin een motief van een vijfpuntige ster is verwerkt. Het meubilair bestaat uit vaste, grenen banken die in twee rijen zijn geplaatst. In de kerk bevindt zich een godslamp in Art Deco-stijl.

Cultuurhistorische context

Henri Anton van Anrooy (1885-1964) was in 1918 werkzaam op de architectenbureaus van Theo Rueter, K.P.C. de Bazel. Ook werkte hij bij Karl Moser in Zurich en bij J. L Mathieu Lauweriks en Karl E. Osthaus in Hagen, Westfalen. Hij was in 1918 en van 1924-1925 als redactielid verbonden aan het tijdschrift Wendingen. Van 1904 lot 1936 was hij lid van het genootschap ~Architectura et Amicitia • In Amsterdam ontwierp hij behalve deze kerk ook het appartementencomplex Apollolaan 191 (1929) en was verantwoordelijk voor een verbouwing in het Metz-gebouw aan de Leidsestraat (1922). Ook het bedrijfsatelier Metz-Liberty aan de Kerkstraat 45-49 is van zijn hand. Het effect van de bijzonder expressieve gevel wordt in bijzondere mate versterkt door de horizontale en verticale accenten in het betonnen raamwerk waarin de vensters zijn geval. Deze compositie doet enigszins denken aan de gevel van de kerk in de Deurloostraat met de kruisvorm in het venster.

Pam Georg Rueter (1906-1998) was een Nederlandse tekenaar, illustrator, graficus en houtsnijder. Hij is voornamelijk bekend geworden door zijn meer dan 1000 ex libris en tientallen exemplaren van gelegenheidsgrafiek. Rueter volgde zijn opleiding aan het Instituut tot Opleiding van Tekenleraren en daarna aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Hij was kort in Duitsland werkzaam als kostuum- en decorontwerper. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij stoffenontwerper bij de linnenfabriek Van Dissel in Eindhoven. In 1930 werkte hij mee aan de bouw van het Hollandse paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Antwerpen onder supervisie van de architect Wijdeveld. Rueter is als docent verbonden geweest aan de Grafische School in Amsterdam en aan de Technische Universiteit in Delft. Rueter is dertig Jaar priester geweest in de Vrij-Katholieke Kerk; In de Liberal Catholic Church International werd hij tot bisschop benoemd.

Antonius (Anion) Kurvers (1889-1940) was een Nederlands kunstenaar. Hij was tekenaar, lithograaf, meubelontwerper, textielkunstenaar, decoratieschilder, industrieel ontwerper, grafisch vormgever en boekbandontwerper. Hij was werkzaam in onder andere Den Haag, Utrecht en Haarlem. Van 1918 tot 1940 was hij adjunct-bureauchef bij Publieke Werken Amsterdam.

Willem Bpgtman (1882-1955) was een Nederlandse grafisch ontwerper, glasschilder, monumentaal kunstenaar, glazenier en vervaardiger van mozaïeken. Hij volgde een opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten en ging in Steenwijk lesgeven als tekenleraar. Daar werkte hij ook als ontwerper voor de Eerste Steenwijker Kunst Aardewerk Fabriek (ESKAF). In 1912 begint hij een atelier voor glas in lood en gebrandschilderd glas, waar hij onder anderen samenwerkte met Nico Schrier en Huib de Ru. Zijn doorbraak kreeg hij met de opdracht voor de overkapping van het Scheepvaarthuis, waarop meerdere grote opdrachten volgden, met name van rederijen. Bogtman legde zich steeds meer toe op het ontwerpen van ramen. Ander bekend werk van hem zijn de glas-in-loodramen in de Kapelkerk in Alkmaar, het beschilderde plafond en de gebrandschilderde glas-in-loodramen in de Agnietenkapel in Amsterdam, en de glas-in-lood ramen in de Raw Arcn Schuster Synagoge in Amsterdam.

Conclusie

De St. Gabrlelkerk vertegenwoordigt architectuurhistorische waarde als een gebouw waarvan het ontwerp, van met name de binnenruimte, is geïnspireerd op zowel de traditionele kerkbouw als op De Stijl-motieven. De kerk is van belang in het oeuvre van architect HA van Anrooy en van vormgever P. Rueter. Dat de laatste zelf dertig jaar priester In de Vrije Katholieke kern was, maakt de aanwezigheid van zijn werk In deze kerk bijzonder. Daarnaast! is vooral de inrichting van de kerk van belang in het oeuvre van A. Kurvers, en het vijfhoekig venster voor hel oeuvre van W. Bogtman. De kerk is van cultuurhistorische waarde omdat het een voor Nederland uniek kerkgebouw is dat naar de specifieke inzichten van de Vrije Katholleke Gemeente Is gebouwd. Dit is onder andere zichtbaar aan het vijfhoekig venster met pentagrammolief.

Het gebouw is in hoofdopzet en detaillering grotendeels gaaf en in oorspronkelijke vorm behouden gebleven.

Bronnen en Literatuur

~Erfpachtsuitgifle terrein aan de Deurloostraat en Dongestraat~, Gemeenteblad 1928, I, 1765, voordracht no. 838,, 17-08-1928

Fanelli, G., Moderne architectuur in Nederland 1900-1940, ’s Gravenhage 1978 Gemeentearchief Amsterdam, Persdocumentatie 67619 (Algemeen Handelsblad 01-09 1928)

Schill, J . en J. van der Welf, Genootschap Architectura et Amicitia, 1855-1990, Rotterdam 1992 www.rkd.nl