Beknopte bouwbeschrijving van het gebouw van de Sint Gabriël Kerkgemeente van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland aan de Deurloostraat 17 te Amsterdam.
Het eenvoudige rechthoekige gebouw op de hoek van de Deurloostraat / Dongestraat in de Rivierenbuurt in Zuid is gebouwd in 1928 door de Hilversumse architect H.A. van Anrooy (1855 – 1964). Als naaste medewerker trad op de architect J.L.M. Lauweriks (1864 – 1932), die tevens priester was voor dit kerkgenootschap in Amsterdam.
Uiterlijk maakt het gebouw een vrij ontoegankelijke indruk, hoewel het haast vrijstaand van de overige bebouwing is opgetrokken. Binnen valt echter direct het warme intieme sober gehouden interieur op. De intieme sfeer wordt mede veroorzaakt door de ruime toepassing van onbehandeld vurenhout bij de kapbekleding en de lichtinval door hooggeplaatste lage rechthoekige vensters. De vrij hoge dakopbouw wordt in het interieur driemaal ondersteund door drie identieke fraai gebogen eveneens onbehandeld houten lamellenconstructies, die de kerkruimte in lengterichting a.h.w. in drieën verdeelt: aan de noord- en zuidzijde een pad en centraal een ruim middenpad met aan beide zijden vaststaande blank hardhouten banken.
Vanuit de entree wordt direct de aandacht getrokken naar het centraal geplaatste witmarmeren altaar in het priesterkoor en het veelkleurige vijfhoekige roosvenster hoog daarboven geplaatst in de oostmuur, in de vorm van een pentagram. Dit roosvenster is van de hand van de Haarlemse glazenier W.Bogtman. De stenen muren zijn wit gepleisterd. Naast het centraal uitgebouwde priesterkoor bevindt zich aan de oostmuur aan de evangelie-zijde het zijaltaar gewijd aan de H.Maria, met daarboven een gebrandschilderd glasmozaïek. voorstellende de “Moeder-Gods-van-het-Teken” ten voeten uit, in orante houding, terwijl zich aan de epistelzijde boven het altaar van de Schutspatroon van de kerkgemeente een pendant bevindt, voorstellende de Aartsengel Gabriël, eveneens ten voeten uit afgebeeld. Beide glasmozaïeken zijn van de hand van veelzijdige kunstenaar Pam G. Rueter (1908 – 1998), die eveneens als priester aan deze kerk was verbonden.
De kerkruimte biedt plaats aan ca 200 personen. De aan de noord- en zuidzijde geplaatste stalen ramen bevatten glas-in-Iood vensters in kleurrijke vaste patronen conform de “Nieuwe Stijl”, waarschijnlijk vervaardigd door de eerstgenoemde glaskunstenaar.
Als versierend en ondersteund element is in de noordmuur een betonnen Latijns kruis in de constuctie opgenomen, dat zowel binnen als buiten het gebouw duidelijk zichtbaar is. Deze constructie is zodanig, dat het de kap aan de noordzijde doorbreekt en als het ware de raamroeden vormt voor een hoogdakvenster.
Een eenvoudig electronisch orgel met pedaal staat in het schip naast het zijpad aan de zuidzijde opgesteld voor de begeleiding van de erediensten.
Lees meer over het gebouw als gemeentelijk monument